Nieuwsbrief 9

Nieuwsbrief in PDF ? Klik nieuwsbrief 9 

Nieuwsbrief 9 – Juni 2017

0Beste vrienden
48 (Acht en Veertig!!) graden Celsius was het toen we in maart dit jaar zaten te vergaderen onder een grote boom in het Gambiaanse binnenland.  En nog steeds verbaast het ons dat het leven daar gewoon doorgaat.  Natuurlijk niet zo jachtig als hier, maar er wordt in de groentetuin gewerkt, de mensen gaan naar de markt, de kinderen gaan naar school, enz.  Hier bij 30 ˚ C puft iedereen en denkt men alleen aan een terrasje doen.
Omdat er verleden jaar geen nieuwsbrief was, lijkt het misschien dat we de laatste twee jaar niets deden, maar niets is minder waar.  In maart 2016 trokken we met z’n vieren naar Gambia.  We hadden een graanmolen bij om in Nafugan af te leveren.  We waren daarom ook zeer dankbaar dat Arjan ons vergezelde, want hij is de man van de techniek.  We hebben ter plaatse een generator gekocht (eventueel later te vervangen door solar) en de graanmolen geïnstalleerd in het gehucht waar Sebou (voorzitster van de Mothers’ Club) woont.  Haar zoon kreeg een opleiding van Arjan over het correct gebruik van de molen.

We gingen ook kijken naar een terrein waar de tweede tuin zou kunnen opgestart worden.

1Nafugan is niet zoals de meeste dorpen die we onderweg zien: een aantal compounds rond twee of drie waterputten.  Nafugan bestaat uit 6 gehuchten.  Drie ervan Jameh (1), Pateh (2) en Jawando (3) liggen aan de weg naar Basse.  Sara Magal (4) ligt meer zuidwaarts, ongeveer 20 min wandelafstand van de hoofdweg.  De gehuchten Berefet (5) en Sara Mamadou (6) zijn zowat 50 minuten stappen van de eerste tuin verwijderd.  Daarom de vraag voor een tuin dichterbij.  Helaas, het terrein dat ons getoond werd, was alweer een flink eind gaan en werd daarom door ons afgekeurd met de vraag een locatie te zoeken dichter bij de twee gehuchten.
In ruraal Gambia is het land eigendom van de gemeenschap, dat door de Alkalo (burgemeester) beheerd wordt.  Als je in een dorp wil wonen, heb je zijn toestemming nodig.  Is dit gunstig, dan zal hij je een stukje land toewijzen waarop je je compound mag zetten.  Wil je aan landbouw doen, dan moet je velden huren.  Die velden zullen nooit je eigendom zijn, maar je compound blijft van jou en je familie, en is erfbaar.  We hingen dus van de ‘goodwill’ van de Alkalo af om een terrein te bekomen.
De bestaande tuin (wordt nu NAFU-1 genoemd) was voor een groot deel goed aangeplant, maar we merkten op dat er toch veel uien werden geteeld.  Dit bevordert enigszins de eenzijdigheid van voeding, want meestal wordt er ’s avonds rijst met uiensaus gegeten, af en toe met wat gedroogde vis erbij.  Vlees wordt voornamelijk gegeten bij een feest: bij een doop (naming ceremony), het einde van de ramadam, een huwelijk worden familie en vrienden uitgenodigd en wordt een schaap geslacht.  We hielden ook nog een vergadering bij Momodou thuis met enkele van de dames die de tuinbouw cursus bij WASDA volgden.  We moesten ze wel aanporren om de opgedane kennis door te geven aan de andere dames van de tuin, wat toch de bedoeling was.
Naar jaarlijkse gewoonte trokken we ook dit jaar in maart 2017 naar Gambia.  Na het koude en regenachtig weer in België was de zon zeer welkom.  Aan de kust was het heerlijk warm, 30 ˚C met een zeebriesje.  We werden met open armen ontvangen door de vele kennissen die we in de loop der jaren hebben ontmoet.  Via een goede Gambiaanse vriend vonden we een degelijk, en billijk, transport voor onze tocht naar het binnenland.  We weten dat de temperatuur in Basse altijd zo een 5-6 graden warmer is dan aan de kust, maar 48 was toch een beetje te veel.  Gelukkig konden we in het Agib Guest House overnachten, waar er airco is.  Zo werd twee dagen in Basse nog doenbaar. Reken daarbij een dag heenrijden, en een dag terugrijden, en zo waren we weer vier dagen onderweg.
De tuin oogde zeer goed.  Toch weerom veel uien.  Een groot deel was reeds geoogst. Een deel van die oogst is voor persoonlijk gebruik; het overschot wordt verkocht. Voor een ‘standaard’ kom uien (weegschalen gebruiken ze niet) krijgen ze in maart GMD 500 (€ 10).  Verkopen ze een kom in juni/juli brengt dat GMD 800 (€ 16) op.

2

Een man vertelde ons glunderend dat ze van de  opbrengst tijdens de volgende twaalf maanden eten konden kopen.  In heel Gambia is het gemiddeld maandloon ongeveer €50, in het binnenland is het minder: ongeveer € 30.
We zullen dus maar niet te veel morren over de grote hoeveelheid uien, want eerlijk gezegd stond er ook een diversiteit van andere groenten in de tuin: tomaten, witte bittere tomaten (die worden in stoofpotten gebruikt), aubergines en nogal wat okra.  En ook zagen we toepassingen van wat ze bij WASDA hadden geleerd: de hulzen van de pindanoten, die een natuurlijke meststof zijn, lagen tussen de groenten op de perken.  Pindanoten (groundnut) wordt door de vrouwen massaal verbouwd tijdens het regenseizoen.  In deze periode (juni-september) telen ze ook rijst.  De verkoop van deze twee producten geeft hen een inkomen waarmee ze een heel jaar moeten toekomen.  In het binnenland is er geen industrie, dus is landbouw de enige bron van inkomsten.  De jongeren, die tijdens het toeristisch seizoen aan de kust werken, keren tijdens het regenseizoen terug naar hun dorpen om hun ouders te helpen met het planten, onderhoud en oogsten.

3En toen zaten we daar onder die boom te vergaderen waar de tweede tuin zou komen.  Momodou had een borehole (een waterput) gevonden pal tussen de twee gehuchten (Berefet en Sara Mamadou), die 30 jaar geleden door een project was gesponsord.  Na een tijd was de handpomp gestolen en kon de borehole niet langer gebruikt worden.  Iedereen hoopte dat we zouden kunnen gebruik maken van deze borehole en de tuin daaromheen maken.  Op de borehole zou dan een pomp bevestigd worden, aangedreven door solar.  Als alternatief werd een terrein 50 meter verder geviseerd, dat ook voor een tuin bruikbaar zou zijn.  Bij onze thuiskomst hebben we lang en hard nagedacht, gediscuteerd en overwogen en zijn we tot de besluit gekomen dat, met de beperkte middelen die we hebben, we niet gaan investeren in zonne-energie.  Ja, je moet met de tijd meegaan.  Ja, die energie is gratis, maar het zonnepaneel niet.  Bovendien, zijn we niet gerust wat de kwaliteit van de borehole betreft want  die is al jaren niet meer in  gebruik. Zonnepanelen vragen veel onderhoud.  Er is geen bewaking in de tuin. Als er met de pomp of het zonnepaneel iets mis gaat, moet je toch nog een waterput hebben als back-up, want groenten overleven in die temperaturen zelfs niet 1 dag zonder water.  Van waterputten weten we dat betrouwbaar zijn.  Dus momenteel onderhandelen we over een goede prijs voor drie waterputten op een terrein van 50 x 100 m.
De graanmolen is een “wat tegenvallend verhaal”… de vrouwen willen niet betalen voor een maalbeurt, vinden dat die te lang duurt, niet fijn genoeg maalt… de “molenaar” vindt dat hij geen loon overhoudt aan zijn werk… misschien halen we de molen volgend jaar weer weg en geven die aan een ander project! Spijtig toch. Deze mensen wilden liever een industriële molen zoals er in de stad zijn, maar wij vonden die te gevaarlijk, te groot, stinkend en duur… plan mislukt!
Dank u voor de steun in de afgelopen jaren.  We hopen, met jullie hulp, het volgende project tot een goed einde te brengen.

Het SHHG-BE team

enkele van de dames die in de tuin werken

4

STICHTING HUMANITAIRE HULP GAMBIA-BELGIË
IBAN: BE95 7512 0376 0058    BIC:  AXABBE22
www.shhg.be

NLD9/062017