Nieuwsbrief 4
In januari 2010 ruilen we de Belgische vrieskou voor de tropische temperaturen van Gambia. Alhoewel de Gambianen ons blijven vertellen dat dit hun winterperiode is, blijven de dag-temperaturen van rond de 30° C ons toch nogsteeds aangenaam verassen.
We worden verwelkomd bij Janaiba, lid van de NGO FHAG (Foundation Humanitairian Aid Gambia) die in Kotu een zeer geriefelijke Bed en Breakfast uitbaat. We kunnen ons nauwe-lijks orienteren of we worden al uitgenodigd om de “naming ceremony” van de jongste van Sunkary (Bestuurslid van FHAG en Burgemeester van Brikama Area Council) bij te wonen. Op de achtste dag na de geboorte wordt tijdens een ceremonie in aanwezigheid van familie, vrienden en buren , het kind een naam gegeven. De mannen zitten samen, er wordt een schaap geslacht en terwijl de vrouwen allerlei heerlijke gerechten bereiden. Het is een vrij indrukwekkend evenement, zeker als het hoofdje van het kindje helemaal wordt kaalgeschoren! …
Samen met de mensen van de Nederlandse SHHG trekken we enkele dagen later met twee wagens oostwaards, richting Basse. Helaas halen we de eerste ferry Banjul-Bara niet, dus is het wachten en vooral kijken hoe druk het in de haven is.We rijden langs de noordkant van de rivier tot in Jamjambureh, waar we tweemaal met de ferry oversteken om de reis langs de zuidoever onder de brandende zon verder te zetten. Vroeger (zie ons bezoek nov 2008) was de zuidroute nauwelijks berijdbaar, nu wordt ze eindelijk vernieuwd: van de weg met immense putten is nu asfalt weggeschraapt over lange trajecten. Het is nogsteeds ongemakkelijk rijden vanwege het vele stof, maar je kan ten-minste toch tempo houden (70 km per uur). Regelmatig zijn er stukken weg die nog niet geschraapt werden en dan is het vooral goed uitkijken en laveren tussen de kuilen. Geen gemakkelijke opgave, maar met glans door-staan door Manon (ervaren Amsterdam-Banjul Challenge rijdster). Na tien uur onderweg zijn we eindelijk bijna in Bakadaji.
Een motorrijder met blauw zwaailicht houdt ons tegen, maar gauw wordt duidelijk dat het hier om een escorte gaan, en niet om de zoveelste politie/ immigratie/security check (onderweg worden we bijna 20 maal gestopt, maar de woorden ‘NGO ‘resulteren gewoonlijk in een brede glimlach en “Have a nice day”). Bij onze vorige bezoeken werden we door de kinderen aan de schoolpoort opgewacht. Maar wat ons nu overkomt, is bijna niet met woorden te om-schrijven. Niet alleen de schoolkinderen maar ook het hele dorp staat ons bij het binnenrijden van Bakadaji op te wachten. Zoveel blijde gezichten, luid handengeklap en de onvergetelijke ‘Welcome, Welcome’ doen ons allemaal naar een zakdoek grijpen. In Bakadaji Lower Basic School worden we verwelkomt door de directeur, de leraren, de kokkinen en tenslotte de kinderen en het ganse dorp. Iedereen wil ons de hand drukken. De gebruikelijke, maar welgemeende, welkomswoorden worden opgeluisterd met veel muziek en dans.Een bezoek aan het Saint Vitus Health Centre (gesponsord door SHHG-Nederland) verloopt al even chaotisch maar het is duidelijk dat dit medisch centrum een grote noodzaak, een “must”, is voor deze gemeenschap.Tenslotte komen we in Basse aan, waar Ndey ons vergast op een van haar heerlijke maaltijden. Momodou (Vice-Voorzitter van FHAG) heeft ervoor gezorgd dat we kunnen overnachten in het Guest House van Gamtel, daar waar de President van Gambia verblijft als hij de Upper River District (URD) bezoekt. Wat een luxe: 4 slaapkamers en 3 badkamers (weliswaar met alleen koud water). Een heerlijke koele Julbrew kan er nog net in voor we in slaap vallen.
Momodou heeft voor ons verschillende meetings geregeld. Vooreerst met de Gouverneur van de URD. Met het Ministerie van Onderwijs wordt door SHHG-NL belangrijke zaken besproken (voor de scholen in Bakadaji en Nafugan). De afspraak met de mensen van het Ministerie van Landbouw is voor ons een zeer belangrijke ontmoeting. Zij verzekeren ons dat de vrouwen van het tuin-project in Nafugan (‘ons’ project) een driedaagse opleiding zullen krijgen: over zaaien, irrigatie, oogst-spreiding en ook een beetje marketing (met het oog op de verkoop van het surplus). Eén van deze mannen vergezelt ons trouwen als we het project gaan bezoeken.We gaan naar Nafugan! Tijdens het schoolbebezoek worden we weerom vergast op speechen, zingende schoolkinderen en nog meer speechen. Het duurt allemaal lang: in Afrika is tijd een relatief begrip en bovendien moet alles naar/van het Engels, Mandinka en Fulla vertaald worden. Sebou, het hoofd van de vrouwengilde in Nafugan en dus ook leidster van de vrouwen van het tuinproject spreekt ons toe. Ze kijkt heel serieus en ze verzekert ons dat de vrouwen zeer enthousiast zijn. Eindelijk gaan we richting tuin – nu ja, naar de plek waar de tuin zal komen. We lopen door het dorp en een heel eind door de savanne om uiteindelijk bij de tuin aan te komen. Het is een zeer emotioneel moment! Het gaat wel heel traag, maar nu het project zichtbaar wordt, beseffen we dat er nog heel veel gedaan moet worden en dat we nog veel geld moeten inzamelen. We zijn vastberaden om dit tot een goed einde te brengen. Sebou vertelt ons dat de mannen hielpen met het plaatsen van de omheining en met het verwijderen van de grotere boomstronken. Wanneer het savannegras verwijderd is, moet de hele zaak nog omgespit worden. Vermits ze niet over machines beschikken, zal dit met de de hand gebeuren! De man van het Ministerie van Landbouw adviseert ons dat twee water-putten voldoende zijn. Deze zullen tijdens de droge periode (maart) gegraven worden om de juiste waterspiegel te vinden. In de zomer klimmen de temperaturen tot 40° C en meer. Tijdens het regenseizoen (juli tot eind oktober) kan er niet geplant worden, dus in november kan er eindelijk gezaaid kan worden. Ja, dit is nu eenmaal Afrika.Twee dagen later komen we terug met een Belgische vlag. Momodou zal er voor zorgen dat ze samen met de Gambiaanse op een vlaggestok boven de tuin komt te wapperen.
Tijdens ons verblijif in Oost-Gambia bezoeken we nog een ander tuinproject in Kanubeh. Hier worden we door lokale Jamba Kankurang die ons met tamtam en gefluit verwelkomt.Tijd om terug naar de Westkust te rijden. We beslissen – mede door wat de Gouverneur ons vertelde – toch maar langs de zuidroute te rijden. De weg is verhard, maar nog niet geasfalteerd. Door pech aan beide wagens (de ene met een lekkende radiator, de andere met een schakeling probleem) duurt onze terugtocht bijna 10 uur. Ondertussen snuiven we nog wat coleur locale op.In Kotu genieten we nog enkele dagen van de zon en bezoeken we nog enkele andere projecten: Future in our Hands, dat helpt met het opbouwen van scholen in Gambia en het naai-atelier van Give Gambia a Future, waar we onmiddellijk succes boekten met onze meegebrachte spullen.We keren terug naar een ijskoud België, maar de glimlach en de hartelijkheid krijgen de Belgische winter niet klein.In mei kregen we volgende foto uit Gambia: een stralende Sebou met nieuw gereedschap.
Ondertussen zijn de waterputten in aanbouw. Er is nog veel werk aan onze tuin. We willen dat het project een succes wordt. Dit kunnen we niet alleen en we hebben daar zeker jullie hulp voor nodig. Dank aan allen die ons project reeds gesteund hebben hopen op een voortzetting ervan.
U kan nogsteeds doneren op onderstaande rekening, of u kan een bestendige opdracht geven aan uw bank, b.v. per maand € 2 (een kopje koffie) of € 3 (een cappuccino).
Alle beetjes helpen.
Dank U.
Het SHHG-België Team
STICHTING HUMANITAIRE HULP GAMBIA-BELGIË
Axa bank : 751-2037600-58
BIC: AXABBE22
IBAN: BE95751203760058
NL4/092010g